Verhoog jouw omzet met deze grammaticatips

Besteld u of Bestelt u? Iedereen maakt wel eens een grammaticafout. Daar ontkom je vrijwel niet aan. Wanneer dat echter op grote schaal gebeurt, kan dit voor een ondernemer grote gevolgen hebben. Hartstikke zonde natuurlijk! Daarom hebben de contentspecialisten van B&S Media een lijst met veelgemaakte grammaticafouten opgesteld. Zo weet jij zeker dat jouw webteksten er in de toekomst picobello uitzien!

De gevolgen van grammaticale fouten

Spelfouten. Grammaticale fouten. Interpunctiefouten. Vreemde zinsconstructies. Op het internet wemelt het ervan. Dit mag voor jou als ondernemer echter geen reden zijn om de Nederlandse taal op jouw website te verwaarlozen. Integendeel! Bezoekers verwachten dat bedrijfswebsites vlotte en vooral foutloze teksten bevatten. Het is immers een visitekaartje. Staat jouw website tjokvol grammaticafouten? Dan loop jij risico dat:

  • Bezoekers je onbetrouwbaar vinden;
  • Bezoekers jouw expertise niet serieus nemen;
  • Bezoekers van de boodschap worden afgeleid;
  • Bezoekers jouw teksten niet begrijpen;
  • Bezoekers uit ergernis afhaken.

Het is dus essentieel dat jouw webteksten grammaticaal gezien goed in elkaar steken. Stel je maar eens voor: hoeveel hoger zou de omzet van jouw bedrijf zijn als je de bovenstaande bezoekers op jouw website weet te houden?

De cijfers

Gestolen creditcardgegevens. Niet-geleverde producten. Onterechte facturen. Op het wereldwijde web zijn er tal van internetcriminelen actief. Geen wonder dat consumenten wel twee keer nadenken voordat ze met een onbekende webwinkel in zee gaan. In het bepalen van de betrouwbaarheid, spelen spelling en grammatica een grote rol. Zo stelt Dutton van Oxford Internet Institute:

When a consumer might be wary of spam or phishing efforts, a misspelt word could be a killer issue.

Bij de keuze om iets wel of niet te kopen, geeft een grammaticale fout vaak de doorslag. Voor veel online ondernemers pakt dit niet gunstig uit. Bijna 75% van de Nederlanders begint namelijk te twijfelen aan de betrouwbaarheid van een bedrijf wanneer ze taalfouten ontdekken. Willen ze nog wel met deze organisatie in zee gaan? In veel gevallen is het antwoord negatief.

Wanneer het om grammaticafouten gaat, valt er voor veel bedrijven dus veel winst te behalen. Uit onderzoek van Charles Duncombe blijkt zelfs dat je met het corrigeren van een simpele taalfout jouw omzet kan verdubbelen. Dat is nog eens makkelijk winst maken!

Dus: waar wacht je nog op? Pak die rode pen en sla aan het verbeteren!

5 veelvoorkomende grammaticafouten op het internet

Op het internet barst het van de taalfouten. Ze zijn echt overal. Wil jij de kwaliteit van jouw website graag verbeteren? Dan doe je er goed aan om deze te herkennen en te corrigeren. In dit onderdeel zetten wij de meest voorkomende grammaticafouten voor je uiteen. Ook leggen wij je haarfijn uit hoe je ze in het vervolg kunt voorkomen. Veel succes!

1. D/t-fouten

Het is de moeder der taalfouten: de d/t-fout. Ruim 60% van alle taalfouten valt binnen deze categorie. Zo vroeg een collega ons deze week nog: Is het nu wordt je bedrijf of toch word je bedrijf? Het is en blijft een vrij lastige taalkwestie. Gelukkig is de d/t-fout met een aantal trucs eenvoudig op te lossen.

Voorbeeld d/t-fout

Hoe voorkom je ze?
Tegenwoordige tijd. Verleden tijd. Voltooid deelwoord. Het maakt niet uit of je Nederlands gestudeerd hebt of niet. Voor het correct vervoegen van een werkwoord, gebruik je over het algemeen een stappenplan. De drie werkwijzen leggen we hieronder voor je uit:

Tegenwoordige tijd

1. Bepaal de stam van het werkwoord (infinitief -en): 

worden praten begeleiden

2. Vervang het werkwoord in de zin met ‘lopen’: 

ik loopjij looptloop jij?

3. Schrijf, wanneer je een t hoort, een t achter de ik-vorm. Dit geldt niet wanneer deze al op een t eindigt:

ik wordjij wordtword jij
ik praat jij praatpraat jij
ik begeleid jij begeleidt begeleid jij

Verleden tijd

1. Bepaal de stam van het werkwoord (infinitief -en):

praten typenbegeleidenwandelen

2. Bekijk of de laatste letter van de stam in t kofschip voorkomt. Voeg in dat geval te of ten toe:

ik praatte wij praatten
ik typtewij typten

3. Voeg in alle andere gevallen de of den toe:

ik begeleiddewij begeleidden
ik wandeldewij wandelden

Voltooid deelwoord

1. Maak het woord langer door er een e achter te zetten:

ontploft(e) verhuisd(e) geflitst(e) gewandeld(e)

2. a. Bepaal de stam van het werkwoord (infinitief -en): 

ontploffenverhuizenflitsenwandelen

b. Bekijk of de laatste letter in t kofschip voorkomt. Voeg dan een t toe: 

ontploffen: Het huis is ontploft
flitsen: Mijn auto is geflitst

c. Voeg in alle andere gevallen een d toe:

verhuizen: Wij zijn verhuisd
wandelen: Wij hebben gewandeld

Let wel: in het Nederlands komen ook sterke en onregelmatige werkwoorden voor. Hier vindt – vaak door een klinkerwisseling – de vervoeging niet volgens de bovenstaande regels plaats:

ik vind – ik vond – ik heb gevonden 

2. Congruentiefouten

Een andere grammaticafout die wij vaak in teksten terugzien is de congruentiefout. De werkwoordsvorm past dan niet bij het onderwerp. Dit gebeurt bijvoorbeeld in deze zin: De groep online marketeers werken keihard. Hierin komt het getal van het onderwerp ‘De groep (online marketeers)’ (= enkelvoud) niet overeen met die van het werkwoord ‘werken’ (= meervoud). De correcte vorm is daarom ook:

De groep online marketeers werkt keihard.

Hoe voorkom je ze?
Soms zijn het gewoon slordigheden. Je kunt deze congruentiefouten prima oplossen door jouw webteksten nog één keer na te lezen. Denk aan de volgende zin: ‘De directeuren van dit bedrijf belt ons vandaag nog op.’ Dat deze zin een grammaticale fout bevat, is je vast wel opgevallen. De directeuren bellen immers. Zo’n schoonheidsfoutje is zo opgelost. Er zijn ook congruentie-kwesties, waarin Nederlanders massaal de fout ingaan. Houd bij het schrijven van webteksten daarom de volgende zaken in het achterhoofd:

1. Bij verzamelnamen gebruik je een enkelvoudige persoonsvorm: 

De groep kinderen speelt in de speeltuin
Het team professionals is op onderzoek uit.
Het personeel van B&S Media viert feest.

2. Bij percentages gebruik je een enkelvoudige persoonsvorm: 

Bijna 75% van de Nederlanders begint bij spelfouten te twijfelen aan de betrouwbaarheid van een bedrijf.

3. Bepaal bij lange zinnen altijd het onderwerp (wie/wat + werkwoord?): 

Het team van B&S Media is gespecialiseerd in SEO, Ads en Webdesign en kan daardoor snel tussen deze drie facetten schakelen.
Wie of wat is gespecialiseerd? Het team (van B&S Media)
Wie of wat kan snel schakelen? Het team (van B&S Media)

3. Als/dan-fouten

‘Groter dan’ of toch ‘groter als’? De als/dan-fout is zeer hardnekkig en komt overal voor. In advertenties. In boeken. Zelfs de grote bedrijven van Nederland zijn niet immuun voor deze missers. Dat terwijl zij vaak communicatiespecialisten en copywriters in dienst hebben. Denk bijvoorbeeld aan de volgende zin van Mediamarkt: 

Goedkoper als op de vrijmarkt! 

Voorbeeld grammatica als/dan-fout

Dit moet natuurlijk ‘Goedkoper dan op de vrijmarkt’ zijn. Maar hoe zorg je ervoor dat jij niet dezelfde grammaticafout maakt?

Hoe voorkom je ze?

Goedkoper als. Goedkoper dan. Het is nogal een gepuzzel. Welk woord gebruik je nu eigenlijk? Hieronder vertellen wij in welke gevallen je dan en in welke gevallen je als moet gebruiken. Hiermee zijn als/dan-fouten voorgoed verleden tijd!

Het woord dan gebruik je wanneer:

1. Er sprake is van een vergrotende trap:

Jij bent groter dan ik.
Mediamarkt is goedkoper dan de vrijmarkt.

2. Dit woord volgt na ander, andere of anders

Jouw campagne is anders dan de mijne.
Dat is een ander zoekwoord dan ik verwachtte.
Wij bezoeken u op een andere locatie dan vorige week.

Het woord als gebruik je wanneer:

1. Er sprake is van een vergelijking met (net) zo en even

Jij bent even groot als ik.
Mediamarkt is net zo goedkoop als de vrijmarkt.

4. Jou/jouw-fouten

Jou en jouw. Qua uitspraak zijn ze vrijwel identiek aan elkaar. Het is daarom niet echt vreemd dat ze vaak door elkaar worden gebruikt. Toch betekenen ze elk weer iets anders. Het woord jouw drukt namelijk een bezitsrelatie uit. Iets is van jou. Zo is het: jouw webtekst en jouw bezoek aan B&S Media. In het geval van jou is dit niet het geval. Klinkt vrij logisch, maar hoe voorkom je nu deze grammaticafout? 

Hoe voorkom je ze?
‘In die tekst van jouw omschrijf je jou gedachten erg goed!’ Een jou/jouw-fout is zomaar gemaakt. Volg je echter het onderstaande stappenplan? Dan ben jij vanaf vandaag ook deze grammaticale fout de baas.

1. Vervang het woord jou / jouw in de zin met ‘mij(n)’:

Is dit jou / jouw webtekst?
Is dit mijn webtekst?
Is dit door jou / jouw geschreven?
Is dit door mij geschreven?

2. a. Gebruik je mijn, dan schrijf je jouw

Is dit mijn webtekst? => Is dit jouw webtekst?

b. Gebruik je mij, dan schrijf je jou

Is dit door mij geschreven? => Is dit door jou geschreven?

5. Die/dat-fouten

Je hebt het ongetwijfeld wel eens een keer meegemaakt. Terwijl jij jouw verhaal vertelt, onderbreekt iemand je: ‘Het is die! Niet dat!’ Hartstikke vervelend. Niet zozeer omdat jij een grammaticale fout hebt gemaakt, maar vooral omdat jij de draad van jouw verhaal weer kwijt bent. Toch heeft deze persoon wel gelijk. Er bestaat namelijk een verschil tussen die en dat. Het eerstgenoemde woord gebruik je namelijk bij mannelijke en vrouwelijke woorden. Bij onzijdige woorden gebruik je dat

Maar hoe weet je wanneer een woord mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is?

Hoe voorkom je ze?

Het boek, dat ik lees. Het boek, die ik lees. Veel Nederlanders vinden het moeilijk om in deze context het juiste verwijswoord te bepalen. Dit dilemma kun je gelukkig vrij makkelijk met een trucje voorkomen. Volg hiervoor de onderstaande stappen:  

1. Bepaal of het woord, waarnaar verwezen wordt, een de- of het-woord is: 

(de) tekst (het) verhaal

2. a. Gebruik je de, dan schrijf je die:

De tekst die jij geschreven hebt.

b. Gebruik je het, dan schrijf je dat:

Het verhaal dat jij verteld hebt.

Goed. Nu is het tijd om jouw nieuwe kennis te testen. Laten wij de allereerste zin van dit onderdeel er weer eens bijpakken: Het boek, dat / die ik lees. Wanneer je ons stappenplan erbij hebt gebruikt, zul je het met ons eens zijn dat het enige juiste antwoord ‘Het boek, dat ik lees’ is. Het woord waar je naartoe verwijst (‘boek’) is immers een het-woord. Je schrijft dus dat.

Hulpmiddelen bij het schrijven van teksten

Grammaticaal goede teksten zijn ontzettend belangrijk. Een klein foutje kan jouw bedrijf namelijk ontzettend veel omzet kosten. Maar hoe voorkom je nu eigenlijk dat zo’n kostbare fout jou de kop gaat kosten? Onze contentspecialisten raden je het volgende aan:

  • Volg de bovenstaande stappenplannen;
  • Lees de adviezen van Genootschap Onze Taal of Taaladvies.net;
  • Gebruik altijd een spellingchecker (e.g. in Google Docs en Word);
  • Laat iemand met de door jou geschreven teksten meelezen;
  • Schakel een professionele tekstschrijver of copywriter in.

Het schrijven van teksten uitbesteden?

Onbetrouwbaar. Onprofessioneel. Dit zijn geen woorden die jij uit de mond van een potentiële klant wilt horen komen. Hoog tijd om jouw webteksten op grammaticafouten te controleren. Kom je er zelf niet uit? Of wil je jouw SEO-teksten liever door een ander laten schrijven? Schakel dan de hulp van B&S Media Internetmarketing in. Je kunt bellen naar 038 337 66 78 of ons terugbelformulier invullen. Op naar beter converterende teksten!

Geen enkele update van B&S Media meer missen?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.